vertroetelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·troe·te·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vertroetelen |
vertroetelde |
vertroeteld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vertroetelen
- overgankelijk iemand een overdreven goede behandeling geven
- Het is ook wel eens lekker zo vertroeteld te worden.
- ‘Dat herken ik wel, ja. Maar ik had dat als vrouw misschien ook wel gehad. Wie laat zich nou niet graag vertroetelen? Kopje thee op bed, een dagje vrij. [1]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord vertroetelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vertroetelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ de Volkskrant Nathalie Huigsloot25 januari 2019 INTERVIEW JAN MULDER
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %