verstrekkend

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • ver·strek·kend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: verstrekken
verbogen vorm: verstrekkende

verstrékkend

  1. onvoltooid deelwoord van verstrékken
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verstrekkend verstrekkender verstrekkendst
verbogen verstrekkende verstrekkendere verstrekkendste
partitief verstrekkends verstrekkenders -

Bijvoeglijk naamwoord

vérstrekkend

  1. met grote reikwijdte
    • Dat had verstrekkende gevolgen voor de landbouw. 
     Ik liep er wat dichter naartoe om te zien wat er aan de hand was en zag twee Park Rangers, federale politieagenten met verstrekkende bevoegdheden.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be