verspenen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·spe·nen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verplanten om afstand tussen de plantjes te krijgen’ voor het eerst aangetroffen in 1856 [1]
- afgeleid van spenen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verspenen |
verspeende |
verspeend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verspenen [3]
- overgankelijk het uit de grond of uit kweektrays halen van kiemplanten om ze elders weer te planten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord verspenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verspenen" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "verspenen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ verspenen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 82 %
- Prevalentie Vlaanderen 64 %