versimpelen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  versimpelen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·sim·pe·len

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van simpel met het voorvoegsel ver-

Werkwoord

versimpelen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
versimpelen	versimpelde	versimpeld
zwak -d	volledig

1. makkelijker maken; eenvoudiger maken

   • De producent van onder meer vliegtuigmotoren is al een tijdje bezig om zijn gehele organisatie te versimpelen, in een poging de weg naar boven terug te vinden. In 2016 leed Rolls-Royce nog een recordverlies van meer dan 5 miljard euro.  
   • De robot is in het leven geroepen om de doorstroom op de luchthaven te verbeteren en het reizen te versimpelen. Je word begroet door Care-E, waarna het vraagt om je vliegticket. De vriendelijke oogjes van het apparaat wijzen je naar de scanner en kijken blij wanneer je vliegticket akkoord is.  
   • Een fiets van de zaak moet fiscaal net zo interessant worden als een leaseauto. Het kabinet wil daarom de regels versimpelen. Een werknemer kan dan op een e-bike van 2.000 euro rijden voor een paar tientjes per jaar.  

   ▸ De EU gaat de toelatingsprocedures voor toponderzoekers versimpelen. Wetenschappelijke instellingen zullen geholpen worden bij het aantrekken van buitenlandse onderzoekers. En de vrijheid van wetenschappelijk onderzoek moet wettelijk worden vastgelegd, aldus Von der Leyen.

Synoniemen

• simplificeren, vereenvoudigen, vergemakkelijken, vereenvoudigen

Vertalingen

    1. makkelijker maken; eenvoudiger maken   

Engels: simplify (en)

Gangbaarheid

• Het woord versimpelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.