vernagelen
Uiterlijk
- Geluid: vernagelen (hulp, bestand)
- ver·na·ge·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vernagelen |
vernagelde |
vernageld |
zwak -d | volledig |
vernagelen [1]
- overgankelijk, (metaalbewerking) een paard voorzien van een hoefijzer middels hoefnagels
- Ik moet dat andere paard nog vernagelen.
- Het woord vernagelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Metaalbewerking in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal