verjongen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verjongen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·jon·gen

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van jong met het voorvoegsel ver-.

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verjongen	verjongde	verjongd
zwak -d	volledig

Werkwoord

verjongen

1. jonger maken

Verwante begrippen

• verjonging, verjongingskuur, verjongingsmiddel

Vertalingen

    1. jonger maken   

Duits: verjüngen (de) Engels: rejuvenate (en)

Frans: rajeunir (fr) Spaans: rejuvenecer (es)

Gangbaarheid

• Het woord verjongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verjongen" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.