verfwaren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verfwaren    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈvɛr^əfˌwarə(n) / (3 of 4 lettergrepen)

Woordafbreking

• verf·wa·ren

Woordherkomst en -opbouw

• alleen meervoud samenstelling van  verf zn  en  waren zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	-	verfwaren
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de verfwaren mv

1. dingen die een huisschilder nodig heeft voor zijn werk

Synoniemen

• schildersbenodigdheden

Gangbaarheid

• Het woord verfwaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verfwaren" herkend door:

83 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.