verbreed
Uiterlijk
- ver·breed
- vervoeging van verbreden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
verbreden |
verbreed
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreden
- Ik verbreed.
- gebiedende wijs van verbreden
- Verbreed!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreden
- Verbreed je?
vervoeging van: | verbreden… |
verbogen vorm: | verbrede |
verbreed
- voltooid deelwoord van verbreden
- vormt de voltooide tijden
- Ze zouden dat allang verbreed moeten hebben.
- vormt de lijdende vorm
- Het strand is aanzienlijk verbreed.
- attributief gebruikt
- Het verbrede strand.
- bijwoordelijk gebruikt
- Verbreed zag het er veel imposanter uit.
- Het woord verbreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verbreed" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voltooid deelwoord gelijk aan stam (zonder ge- -d)
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %