veevoerfabrikant

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vee·voer·fa·bri·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veevoerfabrikant veevoerfabrikanten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de veevoerfabrikantm

  1. bedrijf dat voer voor vee maakt
     Agrifirm, dat weliswaar grote zorgen heeft over de uitvoerbaarheid, stelt de stikstofdoelen niet ter discussie. De veevoerfabrikant vindt dat de hele industrie, samen met de consument, verantwoordelijk is om de doelen te halen.[1]
     De PvdA-fractie in de gemeenteraad Hof van Twente legt zich niet neer bij het besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel om geen geld te steken in de verhuizing van veevoerfabrikant ABZ uit het centrum van Markelo.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “'Agro-industrie moet miljarden meebetalen aan stikstofcrisis'” (Donderdag 7 juli 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron
    Harry Gerritsma
    “PvdA ziet nog kansen voor verhuizing ABZ Diervoeding Markelo” (29-06-2020), Tubantia