vakantieparadijs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- va·kan·tie·pa·ra·dijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vakantie zn en paradijs zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakantieparadijs | vakantieparadijzen |
verkleinwoord | vakantieparadijsje | vakantieparadijsjes |
Zelfstandig naamwoord
het vakantieparadijs o
- een plaats waar je heel prettig vakantie kunt vieren
- ▸ Waarnemers hebben hun twijfels geuit of er een vrije en eerlijke verkiezing zou zijn, gezien de vervolging van oppositiefiguren in het vakantieparadijs. Zo’n 260.000 mensen konden hun stem uitbrengen.[1]
- ▸ Ze vrezen een milieuramp als de vervuiling niet in toom kan worden gehouden. Dat zou ook een economische ramp betekenen voor het vakantieparadijs.[2]
Gangbaarheid
- Het woord vakantieparadijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Oppositiekandidaat wint verkiezingen Malediven” (24-09-2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Mauritius probeert milieuramp te voorkomen” (07-08-2020), Reformatorisch Dagblad