uniek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uniek (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /y.ˈnik/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /y.ˈnik/
Woordafbreking
- uniek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘enig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1553 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | uniek | unieker | uniekst |
verbogen | unieke | uniekere | uniekste |
partitief | unieks | uniekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
uniek
- enige in zijn soort
- Het geluid van krassende nagels over een schoolbord roep een unieke emotie op bij mensen, zo melden Spaanse wetenschappers in een nieuwe studie. [2]
- ▸ Aan de sluiting van verzorgingshuizen worden twaalf regels besteed, maar daarin wordt het verdwijnen van deze voorziening uitsluitend beschreven als een (kwantitatief) verlies van woonplekken. Terwijl de formule van deze woon-zorgvoorziening juist uniek was: geen scheiding van wonen en zorg, maar juist integratie daarvan.[3]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. enige in zijn soort
Gangbaarheid
- Het woord uniek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uniek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "uniek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ www.nu.nl
- ↑
Weblink bron
Noud Engelen“Kwetsbare ouderen hebben beschermde woonomgeving nodig” (14 februari 2020), Trouw - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be