ukelele

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

3 ukeleles
Uitspraak
Woordafbreking
  • uke·le·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘snaarinstrument’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ukelele ukeleles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ukelele m [3]

  1. tokkelinstrument dat oorspronkelijk uit Hawaï komt en 4 snaren heeft
    • Soms ligt mijn ukelele naast mij. Op zo’n dag durf ik al eens een nummer te schrijven. Maar dat soort dagen zijn niet talrijk. Net als ieder ander zelfstandig kunstenaar die in de wachtzaal van de doorbraak zit, vul ik het merendeel van mijn dagen met één enkele job: mezelf verkopen.[4] 
    • De Karnemelksloot in Gouda was gisteravond het decor van de nieuwe videoclip van tweetal Marcel van der Zwets en Eveline Kettering. Zij runnen het Ukelele Paradijs, een circuswagen met daarin 200 ukeleles, die door Nederland toert. Samen met zo'n tien Gouwenaars coverden ze het nummer Lonely This Christmas van Mud.[5] 
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen