ukelele
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- uke·le·le
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘snaarinstrument’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- uit het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ukelele | ukeleles |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- tokkelinstrument dat oorspronkelijk uit Hawaï komt en 4 snaren heeft
- Soms ligt mijn ukelele naast mij. Op zo’n dag durf ik al eens een nummer te schrijven. Maar dat soort dagen zijn niet talrijk. Net als ieder ander zelfstandig kunstenaar die in de wachtzaal van de doorbraak zit, vul ik het merendeel van mijn dagen met één enkele job: mezelf verkopen.[4]
- De Karnemelksloot in Gouda was gisteravond het decor van de nieuwe videoclip van tweetal Marcel van der Zwets en Eveline Kettering. Zij runnen het Ukelele Paradijs, een circuswagen met daarin 200 ukeleles, die door Nederland toert. Samen met zo'n tien Gouwenaars coverden ze het nummer Lonely This Christmas van Mud.[5]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ukelele staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ukelele" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ukelele" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ukelele op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 19 DECEMBER 2017
- ↑ Tubantia 15 december 2017
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be