uiterton
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ui·ter·ton
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uiterton | uitertonnen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) bij een bebakend vaarwater of zeegat de boei die het meest naar zee ligt
- Nu telt alleen maar 150 km per dag en ik zie de uiterton van Scheveningen al. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord uiterton staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uiterton" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Boersen, L.Hollands Dagboek: Leo Boersen (5 juli 2003) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-10-16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -er- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 15 %
- Prevalentie Vlaanderen 10 %