uitboren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·bo·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en boren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitboren |
boorde uit |
uitgeboord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitboren
- overgankelijk met een boor een gat aanbrengen of ruimer maken
- Nadat de bron met een nauwe buis was uitgeboord om meer bronwater te verkrijgen, ontstond er een geiser.
Gangbaarheid
- Het woord uitboren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uitboren" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %