twoseater

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een twoseater van Bugatti op Wikipedia (nl).
Uitspraak
Woordafbreking
  • two·sea·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord twoseater twoseaters
verkleinwoord twoseatertje twoseatertjes

Zelfstandig naamwoord

de twoseaterm

  1. voertuig met twee zitplaatsen
     Eindelijk, meer dan vier decennia na het verdwijnen van de laatste E-Type twoseater, komt Jaguar met een opvolger. Maar de imponerend fraaie F-Type is veel méér![2]
  2. (meubel) bank voor twee personen
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. twoseater op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    Jeroen Jongeneel
    “Jaguar F-Type: Imponerend fraai” (26 sep. 2012), De Telegraaf
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be