tweekleppige
- twee·klep·pi·ge
- Afgeleid van tweekleppig met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweekleppige | tweekleppigen |
verkleinwoord | - | - |
tweekleppige m
- Sjabloon:weekdieren een dier dat behoort tot de klasse Bivalvia
- Oesters en mossels zijn de bekendste tweekleppigen.
tweekleppige
- verbogen vorm van de stellende trap van tweekleppig
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord tweekleppige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.