trukendoos

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tru·ken·doos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trukendoos trukendozen
verkleinwoord trukendoosje trukendoosjes

Zelfstandig naamwoord

de trukendoosv / m

  1. hoeveelheid trucjes, vaardigheden waarover iemand beschikt
    • De gitarist trok de gebruikelijke trukendoos open, van het met één hand spelen tot het bespelen van de gitaar met zijn tanden. 
Opmerkingen

Trukendoos wordt met een k gespeld, terwijl truc met een c wordt gespeld. Trucendoos zou leiden tot een verkeerde uitspraak.

Vertalingen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be