trigintiljoen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trigintiljoen (hulp, bestand)
- IPA: / triɣɪntɪlˈjun / (4 lettergrepen)
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- tri·gin·til·joen
Hoofdtelwoord
trigintiljoen
- 10180, het getal in cijfers een één met honderdentachtig nullen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trigintiljoen | trigintiljoenen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het trigintiljoen o
- getal gelijk aan 10180, te schrijven als een 1 met 180 nullen
- Een trigintiljoen is een zeer groot getal.