trengt

Uit WikiWoordenboek


Noors

Woordafbreking
  • trengt
Naar frequentie 4334
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud trengt mer trengt mest trengt
o enkelvoud trengt
meervoud trengte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
trengte mer trengt mest trengte

Bijvoeglijk naamwoord

trengt

  1. benodigd, nodig (hebbend)

Werkwoord

trengt

  1. voltooid deelwoord van trenge


Nynorsk

Woordafbreking
  • trengt

Bijvoeglijk naamwoord

trengt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van trengd

Bijvoeglijk naamwoord

trengt

  1. verouderde spelling of vorm van trengd tot 2012
(verouderd) onbepaalde mannelijke en vrouwelijke vorm enkelvoud van trengd