trekt recht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trekt recht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rechttrekken

trekt recht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechttrekken
    • Jij trekt recht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechttrekken
    • Hij trekt recht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rechttrekken
    • Trekt recht! 


Gangbaarheid