transit
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tran·sit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | transit | transits |
verkleinwoord | transitje | transitjes |
Zelfstandig naamwoord
transit m
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord transit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "transit" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "transit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ transit op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be