tramstel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tram·stel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tram zn en stel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tramstel | tramstellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het tramstel o
- tram met twee of meer geledingen
- Voor geïnteresseerden kijkt De Lijn in de eerste plaats naar musea of verzamelaars, maar de mogelijke toepassingen van een oud tramstel lijken schier eindeloos. ‘In Nederland is er bijvoorbeeld een bed & breakfast met kamers in omgebouwde trein- en tramtoestellen’, zegt De Lijn-woordvoerder Tom Van de Vreken. ‘Maar er zijn ook voorbeelden bekend van een frietkot, café of tuinhuis.’[1]
- De Stichting Trammeland op de NDSM-werf krijgt een nieuwe tram. Het vorige tramstel - dat door de stichting werd gebruikt als werkplaats - brandde eind september volledig uit.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord tramstel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tramstel" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ de Standaard 26/05/2017 om 13:50 door mg Antieke trams te koop
- ↑ Het Parool TOM KIEFT 14 NOVEMBER 2016 Stichting Trammeland krijgt nieuwe tram na brand
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be