touwtrekkerij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[1] touwtrekkerij
Uitspraak
Woordafbreking
  • touw·trek·ke·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord touwtrekkerij touwtrekkerijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de touwtrekkerijv

  1. een wedstrijdje touwtrekken
  2. (figuurlijk) een dispuut waarbij beide partijen elkaar proberen te overtuigen van hun eigen gelijk
    • De arme priester die het waagt ook met protestanten om te gaan, is slechts een pion in een spel dat over zijn hoofd heen – en ten koste ervan – wordt gespeeld, touwtrekkerij over macht, tussen kerk en vorst. De rooms-katholieke kerk voelt zich bedreigd door het opkomende protestantisme, door de contrareformatie, de hugenoten ondermijnen het gezag van de kerk. Kardinaal Richelieu, eerste minister van koning Lodewijk XIII, duldt geen oppositie – allemaal factoren die ertoe leiden dat er een voorbeeld gesteld moet worden: Grandier eindigt op de brandstapel. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Margot Dijkgraaf 25 oktober 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be