toon aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toon aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aantonen |
toon aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantonen
- Ik toon aan.
- gebiedende wijs van aantonen
- Toon aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantonen
- Toon je aan?
Gangbaarheid
- Het woord toon aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.