toekomstvisie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  toekomstvisie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• toe·komst·vi·sie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  toekomst zn  en  visie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	toekomstvisie	toekomstvisies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de toekomstvisie v

1. een mening over hoe iets zich in de toekomst dient te ontwikkelen

   ▸ Minister Bruins laat in zijn brief weten dat Bas Leerink een toekomstvisie op de zorg in Flevoland gaat opstellen. Leerink was eerder bestuursvoorzitter van het Medisch Spectrum Twente en bestuurslid bij zorgverzekeraar Menzis.

   ▸ In de toekomstvisie van president Xi Jinping is zijn land in 2025 wereldleider in technologie en hard op weg om de grootste economie van de wereld te worden. En daarvoor is die infrastructuur (en Chinese zeggenschap erover) van het grootste belang.

Gangbaarheid

• Het woord toekomstvisie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.