toekomstambitie
Uiterlijk
- toe·komst·am·bi·tie
- samenstelling van toekomst zn en ambitie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toekomstambitie | toekomstambities |
verkleinwoord |
de toekomstambitie v
- dat wat men in de toekomst wil bereiken
- ▸ Mijn fysieke conditie was gehard in de woestijn en mijn onzekerheid was inmiddels ook weg na de mentale crisis in de bergen. Mijn lichaam en geest waren volledig in harmonie met elkaar. Hierdoor was mijn hoofd helemaal leeg, net als anderen wellicht ervaren tijdens mediteren. Vrij van zorgen, plannen, dromen en toekomstambities.[1]
- Het woord 'toekomstambitie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers