tjerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een tjerk (Tringa totanus).
Uitspraak
Woordafbreking
  • tjerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tjerk tjerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tjerkv / m

  1. (dierkunde) benaming gebruikt voor de tureluur (Tringa totanus op Wikispecies) en soms de houtsnip (Scolopax rusticola op Wikispecies)

Gangbaarheid

50 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen