tienerleeftijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tie·ner·leef·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tienerleeftijd tienerleeftijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tienerleeftijdm

  1. de leeftijd tussen de 10 en de 20 jaar
     Volgens nog onbevestigde berichten zouden zowel het slachtoffer als de twee verdachten in de tienerleeftijd zijn.[1]
     De bevoegdheden mogen alleen worden ingezet in urgente gevallen. Het kan gaan om minderjarigen in de tienerleeftijd die plotseling verdwijnen, maar ook om mensen die zichzelf mogelijk van het leven willen beroven of dementerende ouderen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 september 2022 Weblink bron “Jongen gewond na steekpartij in Groningen, twee verdachten opgepakt” (24 aug. 2021), De Telegraaf
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 september 2022 Weblink bron “Politie mag meer om vermiste te vinden” (19 juli 2017), Het Parool