tiende-eeuwer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tien·de-eeu·wer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tiende en eeuw zn met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tiende-eeuwer | tiende-eeuwers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tiende-eeuwer m
- iemand die in de tiende eeuw heeft geleefd
Gangbaarheid
- Het woord tiende-eeuwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.