theaterdirecteur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  theaterdirecteur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• the·a·ter·di·rec·teur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  theater zn  en  directeur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	theaterdirecteur	theaterdirecteuren theaterdirecteurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de theaterdirecteur m

1. leidinggevende van een theater

   ▸ Uitgeput door het schrijven van 'Mijn leven'vroeg Tsjechov zich in een brief aan theaterdirecteur Vladimir Nemirovitsj-Dantsjenko af: 'Waar kunnen we het over hebben? We hebben geen politiek, we hebben geen maatschappelijk leven, noch in de privésfeer, noch in het openbaar, ons stedelijk bestaan is arm, monotoon, verveeld, oninteressant.

   ▸ Jara was een populaire zanger, theaterdirecteur en hoogleraar, die sympathiseerde met de socialistische regering-Allende, die in de staatsgreep van 1973 werd afgezet door generaal Pinochet.

Gangbaarheid

• Het woord theaterdirecteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.