tetraplegie
Uiterlijk
- Geluid: tetraplegie (hulp, bestand)
- te·tra·ple·gie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tetraplegie | - |
verkleinwoord | - | - |
de tetraplegie v
- (medisch) verlamming van beide armen en benen
1.
- Het woord 'tetraplegie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.