tetanus
Uiterlijk
- te·ta·nus
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘tonische kramp’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1734 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tetanus | - |
verkleinwoord | - | - |
de tetanus m
- (medisch) een infectieziekte die door een gifstof leidt tot spierspasmen
1. een infectieziekte die door een gifstof leidt tot spierspasmen
- Het woord tetanus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tetanus" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tetanus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be