tentfeest
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tent·feest
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tent zn en feest zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tentfeest | tentfeesten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het tentfeest o
- agrarisch feest dat in een grote feesttent gehouden wordt; een tentfeest is meestal groter dan een schuurfeest
- Een tentfeest organiseren, twee keer per dag 100 koeien melken en zijn kleine zusjes knuffelen – deze stoere Fries draait er zijn hand niet voor om. Maar een meisje eens diep in de ogen kijken, is andere koek. Kijk eens goed in zíjn ogen: die verraden een stil verdriet en een groot verantwoordelijkheidsgevoel. [1]
- De gemeente Haaksbergen heeft voor dit besloten feestje een evenementenvergunning verleend. Op de vraag waarom er een vergunning is verleend voor een besloten feest zonder publieke functie, laat een woordvoerder van de gemeente weten dat iedereen een vergunning voor een tentfeest op straat kan aanvragen. ,,Deze inwoner voldoet aan alle eisen die de gemeente aan een vergunningaanvraag stelt en heeft alles gedaan wat hij moet regelen. Heeft zelfs netjes tekeningen ingediend en een evenementenorganisator in de arm genomen." [2]
- Het is nu nog allemaal goed te overzien en controleerbaar met de kenmerkende sfeer van een tentfeest, zegt hij. ,,Dat moeten we vast zien te houden.” [3]
Gangbaarheid
- Het woord tentfeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tentfeest" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia Angela de Jong 13-05-18 Wie kruipt er naast deze boeren of boerinnen op die hoekbank?
- ↑ Tubantia 23-03-18 Haaksbergenaar laat 4 dagen lang straat afzetten voor housewarming
- ↑ Tubantia 29-04-18 Succesvol Hollands Glorie Festival in Haaksbergen zit aan plafond
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be