tenter
Uiterlijk
- ten·ter
enkelvoud | meervoud |
---|---|
tenter | tenters |
tenter
- een stellage waarop textiel gedroogd kan worden
to tenter
- een stuk textiel over een stellage hangen om te drogen
- ten·ter
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tenter |
tentais |
tenté |
eerste groep | volledig |
tenter