televisie-uitzending

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·vi·sie-uit·zen·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord televisie-uitzending televisie-uitzendingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de televisie-uitzendingv

  1. dat wat via de televisie publiekelijk wordt gemaakt
    • De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending. (Grondwet Artikel 7) 

Gangbaarheid