telefoonprovider

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·foon·pro·vi·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telefoonprovider telefoonproviders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de telefoonproviderm

  1. bedrijf dat telefoonaansluitingen aanbiedt
     Voor vertrek had ik een gedetailleerde voedsellijst gekregen van ‘Hummingbird’, een Engelse vrouw die de PCT in 2015 had gelopen. Op haar blog ‘followingthearrows.com’ had ze minutieus elk detail van haar PCT-voorbereiding beschreven. Stap voor stap kon ik nalezen hoe zij haar Amerikaanse visum had geregeld, welke telefoonprovider het meest geschikt was en welke uitrusting ze had aangeschaft.[1]
     Een vrouw is afgelopen maandag thuis in Breda overleden tijdens de landelijke 112-storing. Dat bevestigt de Regionale Ambulance Voorziening Midden-West-Noord Brabant tegenover deze nieuwssite na eerdere berichtgeving van RTL Nieuws. ,,We leven mee met de nabestaanden. We betreuren het dat een storing bij een telefoonprovider heeft geleid tot deze trieste gebeurtenis.”[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink Weblink bron “Vrouw overleden tijdens 112-debacle: ‘We betreuren dat storing hiertoe heeft geleid’” (26-06-2019), Tubantia