tegenwoordig deelwoord
Uiterlijk
- te·gen·woor·dig deel·woord
- verbinding van tegenwoordig en deelwoord
het tegenwoordig deelwoord o
- (grammatica) vorm van een werkwoord dat als bijvoeglijk naamwoord of bijwoord wordt gebruikt om aan te geven dat de handeling die het werkwoord uitdrukt voortduurt
- voorbeeld: Peter stond zingend onder de douche.
- Het tegenwoordig deelwoord "pratend" in "vrolijk pratend loopt ze hem voorbij" geeft aan dat ze blijft praten terwijl ze hem voorbijloopt.
- Het woord 'tegenwoordig deelwoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.