teel aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • teel aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aantelen

teel (…) aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantelen
    • Ik teel aan. 
  2. gebiedende wijs van aantelen
    • Teel aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantelen
    • Teel je aan? 

Gangbaarheid