tankpistool
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tankpistool (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tank·pis·tool
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tank en pistool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tankpistool | tankpistolen |
verkleinwoord | tankpistooltje | tankpistooltjes |
Zelfstandig naamwoord
het tankpistool o
- het uiteinde van de slang van een benzinepomp dat in de benzinetank gestoken wordt
- Het tankpistool voor loodvrije bezine is met opzet anders gevormd dan dat voor loodhoudende benzine.
Gangbaarheid
- Het woord 'tankpistool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.