tanagraszanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ta·na·gras·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Tana en en graszanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tanagraszanger | tanagraszangers |
verkleinwoord | tanagraszangertje | tanagraszangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de tanagraszanger m
- (zangvogels) Cisticola restrictus een vogel uit de familie Cisticolidae , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort is endemisch in noordoostelijk Kenia
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'tanagraszanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.