Naar inhoud springen

tailleren

Uit WikiWoordenboek
  • tail·le·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tailleren
tailleerde
getailleerd
zwak -d volledig

tailleren [1]

  1. in vorm brengen door het overbodige weg te snijden
  2. (kleding:) taille geven aan
92 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]