taakgebied

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taak·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taakgebied taakgebieden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het taakgebiedo

  1. alles wat tot iemands verantwoordelijkheid en bevoegdheid behoort
  2. alles wat tot de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van een organisatie behoort
     "In het begin, vanaf eind jaren 90, werkten de corporaties voorzichtig en efficiënt. Toen ze steeds groter werden en meer geld kregen, gingen ze steeds riskanter investeren en breidden ze hun taakgebied uit. Door de financiële crisis in 2008 betaalden ze daar de prijs voor, met verliezen tot wel een miljard euro per jaar", zei Jan van der Schaar.[1]
     Het is onduidelijk wat wel en niet tot het taakgebied van een woningcorporatie hoort, zegt André Thomsen, oud-lid van de Raad van Commissarissen van Woonbron. Woonbron kocht de SS Rotterdam om een wijk in Rotterdam te verbeteren en een leerwerkplek voor twee ROC's te maken. Het project liep uit op een financieel fiasco. Maar volgens Thomsen had destijds minister Volgelaar ook een eigen interpretatie van wat mocht en wat. Zij gaf hield tot op het laatst vol dat Woonbron zijn taakgebied niet te buiten was gegaan.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Miljarden voor woningbouw verspild” (04-06-2014), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Enquête Woningcorporaties: taken corporaties zijn onduidelijk” (05-06-2014), NOS