surveillance

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sur·veil·lan·ce
enkelvoud meervoud
naamwoord surveillance surveillances
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

surveillance v/m

  1. toezicht houden en de boel in de gaten houden
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be