sulfaat
Uiterlijk
- sul·faat
- Afgeleid van Latijn: sulfur- «zwavel» met het achtervoegsel -aat, dat de hoogste oxidatietoestand weergeeft [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sulfaat | sulfaten |
verkleinwoord |
het sulfaat o
- (scheikunde) zout van zwavelzuur met de chemische formule eindigend op SO4
|
1.
- Het woord sulfaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sulfaat" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ sulfaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be