studio
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stu·dio
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | studio | studio's |
verkleinwoord | studiootje | studiootjes |
Zelfstandig naamwoord
studio m
- werkplaats van een beeldend kunstenaar
- Hij was blij met zijn nieuwe studio.
- plaats waar geluidsopnamen, films of televisie- of radioprogramma's gemaakt worden
- een eenkamerappartement
- Zelfs een eenvoudige studio is in deze stad nauwelijks te betalen.
Hyponiemen
- filmstudio (2), geluidsstudio, haarstudio, muziekstudio, opnamestudio, radiostudio (2), televisiestudio (2), zonnestudio
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. werkplaats van een beeldend kunstenaar
2. plaats waar geluidsopnamen, films of televisie- of radioprogramma's gemaakt worden
3. een eenkamerappartement
Gangbaarheid
- Het woord studio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "studio" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "studio" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ studio op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be