stroopsmeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stroopsmeer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstropsmer / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- stroop·smeer
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van stroopsmeren door weglaten van de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stroopsmeer | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de stroopsmeer m
- niet gemeende complimenten om iemand gunstig te stemmen
- Verdriet overdondert haar: het kleine zusje doorziet haar broers vuiligheid en ze proeft de slijmerige stroopsmeer om haar te winnen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'stroopsmeer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Amelsvoort, R. vanHet krijthuis (2011) Artemis & co, Amsterdam; ISBN 9789047202660; hfst. 40; geraadpleegd 2017-06-17