stroom in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stroom in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
instromen

stroom (…) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instromen
    • Ik stroom in. 
  2. gebiedende wijs van instromen
    • Stroom in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instromen
    • Stroom je in? 

Gangbaarheid