Naar inhoud springen

stronthoop

Uit WikiWoordenboek
[1] stronthoop
  • stront·hoop
enkelvoud meervoud
naamwoord stronthoop stronthopen
verkleinwoord stronthoopje stronthoopjes

stronthoop [1]

  1. (informeel) mestvaalt
    • Mestwagen verandert weg in stronthoop: Een gekantelde vrachtwagen met aan boord 36 ton varkensmest heeft de N999 bij het Groningse plaatsje Zandeweer donderdagmiddag in één grote derrie veranderd.[2] 
  2. (pejoratief) beschrijving van iets of iemand die je niet goed vindt
    • Naast deze drie verdachten staan later vandaag nog 13 mensen terecht die S. zouden hebben beledigd met teksten als ‘trek een zak over je kop en stik’ en ‘opflikkeren met die wandelende stronthoop’.[3] 
99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 02 jan. 2014
  3. Tubantia Victor Schildkamp 13-APRIL-2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be