strikt
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- strikt
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘nauwkeurig, streng’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1636 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | strikt | strikter | striktst |
verbogen | strikte | striktere | striktste |
partitief | strikts | strikters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
strikt
- op strenge wijze nauwgezet
- Er zal op strikte naleving ervan toegezien worden.
Gangbaarheid
- Het woord strikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'strikt' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
strikken |
strikt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strikken
- Jij strikt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strikken
- Hij strikt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van strikken
- Strikt!