strandzand

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strand·zand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strandzand
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het strandzando [1]

  1. zand zoals men dat aantreft aan een zanderige strook land langs de kust en waarvan de korrels heel glad en rond zijn
     Het zwaartepunt van het parcours in Oostende brengt de vrouwen zaterdag, en zondag ook de mannen, naar de zee. Op volle snelheid dalen ze van een acht meter hoge brug af om direct in het mulle strandzand terecht te komen. "Daar gaan er wel een paar onderuit", verwacht Van den Brand.[2]
     Organisator Marcel Elsjan of Wipper legt uit dat zandkunstenaars juist een hekel hebben aan het strand. "Dat komt omdat strandzand voor ons waardeloos materiaal is. Wij gebruiken rivierzand, hoekig van structuur in plaats van rond zoals op het strand. Dat zijn net knikkers die rollen van elkaar af."[3]
     Duizend euro boete voor meenemen strandzand Sardinië[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2024 Weblink bron “Nederlandse vrouwen domineren het veldrijden, vooral België blijft achter” (30 januari 2021, 08:00), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2024 Weblink bron
    Jozephine Trehy
    “WK zandsculptuur in Den Haag, maar zonder Nederlandse deelnemers” (4 juni 2018, 13:40), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2024 Weblink bron “Duizend euro boete voor meenemen strandzand Sardinië” (23 augustus 2017, 17:22), NOS